Lopende projecten
Phytophthora resistentie in Aardappel
De biologische aardappelproductie staat nog steeds zwaar onder druk, voornamelijk door de grote problemen met de aardappelziekte Phytophthora, die regelmatig leidt tot grote opbrengstverliezen.
Tripsresistentie in prei
Trips is een jaarlijks terugkerend probleem in de biologische en gangbare teelt van prei. De schade is zichtbaar in de vorm van zilvergrijze vlekjes op de bladeren.
Bladluisresistentie in Paprika
In de paprikateelt kunnen bladluizen een groot probleem vormen. Ze veroorzaken directe schade door chlorose, vervorming en necrose van de bladeren, die uiteindelijk van de plant vallen. Ook leiden bladluisproblemen tot een slechte ontwikkeling van bloemen en vruchten. De belangrijkste schade doen ze echter indirect door het overbrengen van een groot aantal virussen. Die virussen kunnen een gewas in enkele weken volledig vernietigen.
Verminderen van damping-off in spinazie
Spinazie is een belangrijk bestanddeel van salades, vooral de zogenaamde ‘babyleaf’ salades. Kiemplantjes van spinazie kunnen dood gaan als gevolg van infecties door ziekteverwekkers zoals Pythium. Het afsterven van de kiemplantjes wordt ‘damping off’ genoemd. Spinazie moet tegen de ziekteverwekkers worden beschermd omdat anders grote aantallen kiemplantjes dood kunnen gaan.
Bloedluis-resistentie in appel
De meeste appelrassen in Nederland geven een goede kwaliteit fruit, maar zijn wel gevoelig voor ziekten en plagen. Bij het selecteren van nieuwe appelrassen duurt het meerdere jaren voordat de mate van tolerantie duidelijk is. Dat komt doordat nieuwe appelselecties in toetspercelen worden uitgeplant waarin de ziektedruk variabel is tussen jaren. Hierdoor blijken nieuwe rassen in de praktijk soms toch vatbaar te zijn voor bepaalde ziekten en plagen dan in het selectiewerk duidelijk werd. Om het niveau van resistentie en/of tolerantie beter te kunnen vaststellen vóórdat nieuwe rassen op grote schaal worden aangeplant, zijn betere toetsmethoden noodzakelijk. In dit project worden toetsmethoden ontwikkeld, die het mogelijk maken om beter en sneller inzicht te krijgen in het niveau van resistentie en/of tolerantie in appelselecties tegen appelbloedluis.
Afgeronde projecten
Stikstof-efficiëntie bij spinazie
Spinazie groeit snel en de teelt duurt slechts enkele weken. Om een goed diepvriesproduct te leveren moet spinazie veel bemesting krijgen en op tijd geoogst worden. Tegenwoordig is spinazie ook populair als zogenaamde babyleaf in verse sla-mengsels.
Biomerkers selectie robuuste tomatenonderstammen
In Nederland gebruiken bijna alle tomatentelers rassen die geënt zijn op een onderstam. Onderstammen zorgen voor een betere groeikracht en resistentie tegen bodemziektes. Dit verhoogt de vruchtproductie en vruchtkwaliteit.
Kalktolerantie in lupine
Zowel biologische als gangbare akkerbouwers zoeken naar een vlinderbloemig gewas om hun vruchtwisseling te verruimen met een financieel aantrekkelijk gewas dat stikstof uit de lucht kan binden en het fosfaat uit de bodem goed kan opnemen. Onderzocht wordt of er ook rassen geselecteerd kunnen worden die geschikt zijn voor de teelt op klei en voor humane voeding.
Stikstof-efficiëntie bij kool
Koolsoorten zijn gewassen die veel stikstof vragen: ca 300 kg N/ha. Zowel telers als koolveredelaars geven aan dat koolrassen verschillen in stikstofbehoefte en in het vermogen om door te groeien in omstandigheden dat er weinig stikstof in de bodem aanwezig is.
Biologische baktarwe als casus
Veel boeren telen naast de ‘grote’ gewassen zoals aardappel, wintertarwe en suikerbiet, ook kleine gewassen zoals pastinaak en bonen. Daarbovenop komt nog dat het areaal biologische landbouw beperkt is waardoor het lastig wordt voor kleine gewassen en al helemaal specifiek voor de biosector op een rendabele wijze nieuwe rassen te ontwikkelen.
Heterogene tarwerassen
Sommige (met name biologische) telers willen graag populaties van tarwe gebruiken in plaats van uniforme rassen. Het idee er achter is dat populaties een hoger bufferend vermogen en betere opbrengststabiliteit kunnen hebben door hun hogere mate van genetische diversiteit.
Coloradokever in de Oekraïne en Nederland
De Coloradokever kan een groot probleem zijn in een aardappelteelt en alleen effectief bestreden worden via toepassing van chemische middelen. Dit maakt dat het probleem vooral speelt in de biologische aardappelteelt. Het is de verwachting dat problemen met de kever in de toekomst zullen toenemen door klimaatsverandering en het beperkter wordende middelenpakket. Een bijkomend probleem is dat de kever gemakkelijk resistentie tegen insecticiden ontwikkelt. Het Ministerie van EZ heeft een samenwerkingsprogramma op het gebied van landbouw met Oekraïne. Aangezien de teelt van aardappelen belangrijk is in Oekraïne zijn ook vraagstukken zoals de Coloradokever voor Oekraïne van belang en ligt een verkenning van het vraagstuk in beide landen en een eventuele vervolgsamenwerking voor de hand.
Resistentie tegen Botrytis en Sclerotium in ui
Botrytis aclada (nekrot), Botrytis squamosa (bladvlekkenziekte) en Sclerotium cepivorum (witrot) zijn de belangrijkste necrotrofe schimmelziektes in ui in Nederland. Telers hebben behoefte aan resistente rassen, maar resistentieveredeling tegen deze schimmels verloopt moeizaam.
In het programma Groene Veredeling dragen Wageningen University & Research, Louis Bolk Instituut en Rijksuniversiteit Groningen bij aan de ontwikkeling van nieuwe rassen die toekunnen met minder voedingsstoffen en die zijn aangepast aan veranderende klimaatomstandigheden in Nederland. De rassen moeten bijdragen aan een verdere verduurzaming van zowel de gangbare als de biologische teelt.